Verwarm de oven voor op 160˚C.
Klop de boter, de vanillesuiker en de suiker licht en romig met de mixer. Voeg de eieren een voor een toe, terwijl je mixt. Mix nog 3 minuten. Meng de bakpoeder door de bloem. Voeg de bloem toe aan het beslag en mix tot het een glad mengsel is. Was twee citroenen en rasp de schil. Voeg de citroenschillen toe aan het mengsel en meng nog even goed door. Doe het beslag in een ingevette cakevorm en bak ze in ongeveer 60 minuten gaar. Laat de cake een uur afkoelen en maak intussen van de sap van 1,5 citroen en de drie eetleps suiker een siroop. Laat hiervoor de suiker oplosen in de citroensap in een pannetje. Laat deze oplossing vervolgens koken, ongeveer drie minuten. Laat de siroop iets afkoelen en prik met een vork gaatjes in de afgekoelde cake. Verdeel met een lepel de siroop over de cake heen en zet de cake even in de koelkast.

Meng voor het glazuur wat poedersuiker met citroensap, totdat het glazuur de dikte bereikt heeft dat het langzaam van de lepel afglijdt. Verdeel dit glazuur over de cake en laat uitharden.